Onderzoek met impact
Onderzoek is de motor van academische verbeelding. Het maakt het ondenkbare denkbaar en het onbekende toegankelijk. We bouwen daarom aan een onderzoeksomgeving waarin kwaliteit, samenwerking en maatschappelijke relevantie niet tegenover elkaar staan, maar elkaar versterken. Sterk disciplinair werk blijft het fundament: zonder stevige wortels geen vruchtbare kruisbestuiving. Vanuit die basis willen we kwalitatieve, creatieve vormen van interdisciplinaire samenwerking aanmoedigen, die zowel wetenschappelijke doorbraken mogelijk maken als maatschappelijke uitdagingen durven aangaan. Zo willen we zowel wetenschappelijke als maatschappelijke impact maximaliseren.
Met een doordacht model van basisfinanciering en strategische investeringen in onderzoeksinfrastructuur geven we onderzoekers de ruimte om risico’s te nemen, projecten op langere termijn uit te bouwen en onderzoek te laten groeien op zijn eigen tempo. We versterken team science via gedeelde infrastructuur, interfacultaire netwerken en gemeenschappelijke onderzoeksruimte, niet alleen fysiek, maar ook intellectueel.
Daarnaast zetten we in op een open en toekomstgerichte onderzoekscultuur waarin ruimte is voor een uitgebreid palet aan praktijken: van AI-ondersteunde analyse tot open science, van citizen science tot internationale co-creatie. Onderzoek vraagt niet alleen tijd, maar ook ademruimte en ondersteuning. Door het ritme van onderzoek beter af te stemmen op de academische kalender, te investeren in ondersteuning bij externe projectaanvragen, wetenschapscommunicatie, beleidsparticipatie én engagementsgedreven onderzoek structureel te versterken, creëren we ruimte voor wat uiteindelijk het belangrijkste is: ernstige reflectie, wetenschappelijke verbeelding en diepe maatschappelijke impact.
Disciplinaire fundamenten en groei van interdisciplinariteit
Sterke disciplines als basis voor interdisciplinariteit
Interdisciplinair onderzoek bloeit het best wanneer het geworteld is in robuuste disciplinaire fundamenten. KU Leuven blijft daarom de uitbouw van kernexpertise binnen alle wetenschapsgebieden aanmoedigen. Sterke disciplines bieden de methodologische diepgang, terminologische precisie en analytische scherpte die nodig zijn om productieve samenwerking over grenzen van disciplines heen mogelijk te maken. We zorgen voor een evenwichtige verdeling van middelen, zodat ook kleinere disciplines voldoende ruimte krijgen om hun unieke expertise te verdiepen. Dit is cruciaal, want interdisciplinariteit zonder een solide disciplinaire basis leidt vaak tot oppervlakkige integratie en verminderde wetenschappelijke impact. Disciplinaire excellentie en interdisciplinariteit zijn geen tegenpolen, maar elkaar versterkende pijlers van wetenschappelijke vooruitgang.
Balans tussen basisonderzoek en gericht onderzoek
We ondersteunen een gezond evenwicht tussen onderzoek dat fundamentele kennis genereert en onderzoek met duidelijke maatschappelijke toepassingen. Fundamenteel onderzoek vormt de motor van toekomstige doorbraken en biedt het theoretisch kader en de technologische basis waarop innovatie gebouwd wordt. Tegelijk genereert toegepast onderzoek vaak directe impact, zeker wanneer het plaatsvindt in samenwerking met maatschappelijke actoren. We ondersteunen bovendien initiatieven die de brug slaan tussen beide vormen van onderzoek, zoals valorisatieplatformen, translatie-infrastructuur en living labs waarin onderzoekers samenwerken met bedrijven, overheden of burgers. Daarom blijft het noodzakelijk dat de balans in financieringsstromen goed zit, zowel intern via het bijzonder onderzoeksfonds als extern bij de Vlaamse en Belgische overheid, Europese kaderprogramma’s en andere financieringsbronnen. Financiële autonomie en inhoudelijke vrijheid zijn essentiële sleutelvoorwaarden voor excellent onderzoek.
Samenwerkend onderzoek versterken
We willen samenwerking binnen en over disciplines heen structureel ondersteunen door diverse vormen van teamonderzoek te stimuleren en te waarderen. Team science gaat niet enkel over multidisciplinaire samenwerking, maar omvat ook disciplinaire onderzoeksteams waarin professoren, (jonge) onderzoekers, instrumentspecialisten en andere ATP-medewerkers nauw samenwerken rond gedeelde onderzoeksthema’s. Team science versterkt de kwaliteit en impact van onderzoek door complementariteit en collectieve expertise. Samenwerkingsomgevingen met duidelijke rollen en goede communicatie (bv. over auteurschap) verkleinen ook het risico op integriteitsproblemen (Aubert Bonn, De Vries & Pinxten 2022).
Via gerichte calls, matchmaking-events en centrale coördinatie willen we de vorming van onderzoeksteams met complementaire rollen stimuleren. Ondersteuning gaat verder dan financiering: we bouwen netwerken uit, creëren digitale platformen voor samenwerking, en bundelen expertise om interfacultaire projecten beter te kunnen ondersteunen. De KU Leuven Instituten zijn uitgelezen structuren om hierin initiatief te nemen. Ook training en ondersteuning in teamdynamiek zijn essentieel om samenwerking duurzaam en effectief te maken. Sterke voorbeelden van samenwerkend onderzoek – in al zijn vormen – worden actief in de kijker geplaatst, om navolging te stimuleren binnen de bredere onderzoeksgemeenschap. Door team science in de brede zin van het woord te waarderen, bouwen we aan een inclusieve en toekomstgerichte onderzoekspraktijk. Hierbij biedt het samenbrengen van middelen, zoals verkregen vanuit basisfinanciering, uitgelezen mogelijkheden om net die samenwerkingen te initiëren of te consolideren die de teams het meest zinvol of productief vinden.
Onderzoekssubsidies en financiering
Evenwichtige basisfinanciering voor onderzoek
We streven naar een geleidelijke maar duidelijke overgang naar een systeem van basisfinanciering voor ZAP-leden. Dit model erkent dat bij de huidige competitieve verdeling van middelen de geluksfactor die nodig is om een project te verwerven te groot is, vooral omdat er vele excellente aanvragen worden ingediend en de middelen beperkt zijn. De hoge kwaliteit van aanvragen en aanvragers blijkt trouwens ook uit de relatief hoge slaagcijfers bij externe projectaanvragen. Door het lange verleden van projectfinanciering toekend via de Onderzoeksraad is er een schat aan informatie beschikbaar over de (gemiddelde) kostprijs van projecten in verschillende disciplines en het doorsnee profiel van onderzoekers die projecten verworven hebben, Deze data zijn bijzonder waardevol om goede criteria voor basisfinanciering uit te werken en te bewaken dat basisfinanciering optimaal zal worden aangewend.
Basisfinanciering (i) stimuleert het strategisch gebruik van middelen via samenwerking tussen onderzoekers; (ii) creëert ruimte voor betere en meer doordachte externe projectaanvragen; (iii) laat toe om een aantal van de calls te behouden (bv. internationale samenwerking, infrastructuur, …); en (iv) vermindert de druk van voortdurende competitie, zonder de kwaliteit uit het oog te verliezen.
We implementeren een systeem waarbij onderzoekers een beperkt projectvoorstel indienen dat minimaal wordt gescreend, voor meer senior onderzoekers gecombineerd met een grondige en disciplinespecifieke beoordeling van onderzoeksprestaties uit het verleden. Hierbij zijn ook kwalitatieve elementen van tel, zoals mentoring en/of maatschappelijke impact. Dit garandeert een zekere kwaliteitsbewaking, zonder de huidige competitielogica. Dit model geeft de Dienst Onderzoekscoördinatie en de Onderzoeksraad de ruimte om meer inhoudelijk te werken en onderzoekers beter te ondersteunen, o.a. bij externe projectaanvragen, outreach en wetenschapscommunicatie.
Met een bewuste keuze voor een systeem van substantiële basisfinanciering voor onderzoeksactieve ZAP-leden willen we een stabiele, voorspelbare en transparante financieringsstructuur creëren die onderzoekers in staat stelt om langetermijnonderzoek te plannen en wetenschappelijke risico’s te nemen zonder voortdurend afhankelijk te zijn van competitieve projectoproepen. Structurele basisfinanciering draagt bij aan academische autonomie en continuïteit van degelijke en vruchtbare onderzoekslijnen, ook wanneer externe financiering tijdelijk wegvalt. Onderzoekers behouden binnen dit model maximale autonomie over de invulling van hun onderzoeksagenda, wat essentieel is voor wetenschappelijke vooruitgang. Tegelijk erkennen we dat de kosten van onderzoek sterk kunnen variëren tussen disciplines; daarom voorzien we in een zekere differentiatie, die rekening houdt met de hogere structurele onderzoeksuitgaven in financieel veeleisende disciplines, zonder daarbij afbreuk te doen aan de onderzoeksvrijheid of waardering van collega’s uit minder kapitaalsintensieve vakgebieden.
Niet alle middelen van het bijzonder onderzoeksfonds zullen worden ingezet voor basisfinanciering, zodat onder meer calls voor infrastructuur, ondersteuning van instituten en internationaliseringsprojecten nog steeds aangehouden kunnen worden. Tegelijk blijven we inzetten op initiatieven die onderzoeksimpact bevorderen, zoals valorisatieplatformen, interfacultaire samenwerking en ondersteuning voor internationale projectaanvragen. Op die manier combineren we stabiliteit met openheid voor externe kansen, zonder alle onderzoekers te dwingen in een competitieve logica. Dit sluit aan bij het internationale pleidooi voor een herwaardering van ongebonden onderzoek als motor van wetenschappelijke en maatschappelijke doorbraken.
Afstemming met de academische kalender
Subsidie-oproepen en deadlines voor interne beurzen worden beter afgestemd op onderwijsperiodes. We vermijden dat aanvragen ingediend moeten worden tijdens examenperiodes, de start van het semester of andere piekmomenten in het onderwijs. Deze planning draagt bij aan een werkritme dat realistischer is voor academisch personeel, en voorkomt de cumulatie van onderwijs- en onderzoeksdruk. Deadlines vlak voor of tijdens intensieve academische periodes leiden tot verhoogde stress en uitstelgedrag, met negatieve impact op zowel de kwaliteit van het werk als het welzijn van onderzoekers. Daarom voorzien we een geactualiseerde jaarkalender voor onderzoeksondersteuning, waarin deadlines ruim op voorhand aangekondigd worden en afgestemd zijn op het academisch ritme. Onderzoekscoördinatoren en departementsvoorzitters worden actief betrokken bij deze planning. Bovendien willen we ook Vlaamse financierders, zoals FWO en Vlaio, hierin meekrijgen. Deze afstemming verhoogt de haalbaarheid van subsidieaanvragen, verbetert de kwaliteit van de ingediende dossiers, en draagt bij aan een eerlijkere spreiding van de werkdruk binnen onderzoeksteams.
Onderzoeksondersteuning en infrastructuur
Investeren in onderzoekinfrastructuur en gedeeld gebruik
We zetten in op modernisering, centralisatie en gedeeld gebruik van onderzoeksinfrastructuur. Daarbij richten we ons niet enkel op fysieke apparatuur, maar ook op de ondersteunende IT-infrastructuur, dataopslag en digitale diensten. We ontwikkelen een centraal platform dat het gebruik, de beschikbaarheid en reservering van wetenschappelijke apparatuur transparant maakt. Via realtime reserveringssystemen en gebruiksstatistieken kunnen faciliteiten efficiënter ingezet worden en wordt de toegang geoptimaliseerd voor alle onderzoekers. We zullen infrastructuur delen op basis van duidelijke afspraken over toegang, gebruik en kostendeling. Dit leidt tot enorme efficiëntiewinst. Samenwerkingen met strategische partners zoals UZ Leuven, UPC, VIB en de hogescholen binnen de Associatie KU Leuven vereisen daarbij heldere governance-structuren en contractuele afspraken over eigenaarschap, onderhoud en eerlijke financiële bijdragen. KU Leuven waarborgt dat onderzoekers, ongeacht faculteit of instelling, gelijke toegang hebben tot state-of-the-art faciliteiten. Dit bevordert niet enkel rendabiliteit, maar stimuleert ook samenwerking binnen en buiten de universiteit, inclusief samenwerking met de industrie en met internationale partners.
Open en duurzame onderzoekscultuur stimuleren
We engageren ons expliciet voor een open en duurzame wetenschapspraktijk. Open science volgens het FAIR-principe wordt steeds meer erkend als een noodzakelijke voorwaarde voor transparantie, herbruikbaarheid en maatschappelijke impact van onderzoek. We stimuleren actief het delen van data, methodologieën, preprints en publicaties via open-accesskanalen en we stimuleren zo ook het hergebruik van gegevens. Daarbij streven we naar minimalisering van de administratieve last, onder meer door het voorzien van intuïtieve data repositories, automatische koppeling met ORCID, en heldere juridische kaders rond datadeling en licenties. We investeren ook in begeleiding via open science-coaches. Een combinatie van ondersteuning, waardering en cultuurverandering is essentieel om openheid structureel te verankeren in de academische praktijk.
Tegelijk zetten we in op onderzoeksintegriteit in een bredere zin, die verder gaat dan openheid alleen. Zo introduceren we een systeem van peer-mentoring rond integriteit, waarbij ervaren onderzoekers met jonge collega’s in gesprek gaan over concrete dilemma’s uit de praktijk, bijvoorbeeld rond auteurschap, dataselectie of samenwerking met externe partners. Binnen projectaanvragen moedigen we het expliciet maken van beslismomenten en onzekerheden in de methodologische opzet aan, bijvoorbeeld via integriteitsparagrafen of ‘ethische logboeken’. Daarnaast zetten we verder in op verantwoord leiderschap, door leidinggevenden te trainen in het creëren van veilige onderzoeksculturen waarin fouten besproken kunnen worden zonder repercussies.
Meer aandacht voor outreach
We moedigen onderzoekers aan om hun resultaten ook buiten de academische wereld kenbaar te maken: via wetenschapscommunicatie, beleidsparticipatie, citizen science of samenwerking met maatschappelijke organisaties. Open science betekent immers ook een open houding tegenover de samenleving. We versterken daarom de ondersteuning voor outreach, training in publiekscommunicatie en strategische netwerken met media en maatschappelijke partners. Deze aanpak versterkt niet alleen de impact van ons onderzoek, maar bevordert ook het vertrouwen van de samenleving in wetenschap, en creëert een cultuur waarin duurzaamheid, transparantie en samenwerking centraal staan.
Een interfacultair centrum
We stellen voor om een interfacultair centrum op te richten dat drie kernthema’s verenigt: wetenschapscommunicatie, inter- en multidisciplinaire samenwerking, en onderzoeksintegriteit. Elk van deze domeinen zou ondersteund worden door een BOF-ZAP-mandaat, één uit elke wetenschapsgroep. De BOF-ZAP is niet enkel academisch expert, maar slaat ook actief een brug naar de bredere universitaire gemeenschap. Deze professoren nemen een trekkersrol op in het versterken van structurele initiatieven, het begeleiden van jonge onderzoekers en het vormgeven van vernieuwend beleid. In het domein van wetenschapscommunicatie kan dit bijvoorbeeld gaan om het ontwikkelen van formats voor publieke dialoog, ondersteuning van onderzoekers in hun publiekswerking, samenwerking met musea en media, beleidsparticipatie en engagementsgedreven onderzoek (co-creatie, participatief onderzoek, citizen science…).
Deze inbedding biedt een uitgelezen kans om bestaande krachten te bundelen. Het centrum kan nauw integreren met Metaforum, dat reeds ervaring heeft in het organiseren van reflectie en interfacultaire uitwisseling, en met LIAS (Leuven Institute for Advanced Study), dat expertise en infrastructuur biedt voor langdurige, thematische verdieping. Door de BOFZAPs in deze werkgroepen te positioneren, ontstaat er een duurzame wisselwerking tussen academisch beleid, maatschappelijke communicatie en interdisciplinaire samenwerking. Ook het Vesaliusmuseum kan hier een betekenisvolle rol spelen, als plek waar wetenschap, erfgoed en publiek samenkomen. In de meest recente BOFZAP-ronde was er trouwens een mandaat voorzien voor de ontwikkeling en uitbouw van het Vesaliusmuseum. Het centrum zou moeten uitgroeien tot een ankerpunt binnen de universiteit, waar multidisciplinair onderzoek, integriteit, communicatie en maatschappelijke verantwoordelijkheid elkaar versterken.
AI-toepassingen in onderzoek systematisch inzetten
Internationaal groeit de consensus dat AI niet enkel efficiëntie verhoogt, maar ook inclusiviteit kan versterken door barrières tot wetenschappelijk schrijven of data-analyse te verlagen. We ontwikkelen daarom een AI-beleid op maat van onderzoekers, waarin ethische principes, duurzaamheid, praktische richtlijnen en technische ondersteuning samenkomen. Door AI slim in te zetten, verhogen we de efficiëntie en kwaliteit van onderzoek, verlagen we administratieve lasten, en versterken we onze internationale concurrentiekracht als toonaangevende onderzoeksuniversiteit.
We willen onderzoekers toegang geven tot generatieve AI en andere slimme instrumenten die het wetenschappelijk werk versnellen en verbeteren – van programmeerondersteuning en statistische analyse tot literatuuronderzoek en wetenschappelijk schrijven. We onderhandelen met aanbieders zoals OpenAI over institutionele licenties die onderzoekers op een veilige en ethische manier toegang geven tot krachtige AI-platformen. Deze instrumenten worden geïntegreerd in de bestaande KU Leuven-omgevingen, met specifieke aandacht voor privacy, databeveiliging en intellectueel eigendom. Ook de ecologische impact van het gebruik van AI vergt nauwgezette opvolging. Daarnaast zorgen we voor vormingen, richtlijnen en ethische kaders rond het gebruik van AI. Transparantie over AI-gebruik, correcte bronvermelding en kritische reflectie op AI-output zijn immers essentieel om academische integriteit te waarborgen.