Kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen
Onderwijs is de kern van de universiteit, een plek waar kennis gedeeld, gevormd en vernieuwd wordt. We streven daarom naar een leeromgeving die niet alleen kwaliteit garandeert, maar ook zorg draagt voor het welzijn van studenten en docenten, en ruimte biedt voor creativiteit in denken en doen. Onderwijs is geen bijproduct van onderzoek, maar een volwaardige academische activiteit die intellectuele nieuwsgierigheid voedt, kritisch denken aanscherpt en mensen vormt. Een toekomstgerichte universiteit kijkt dan ook niet alleen naar wát er onderwezen wordt, maar ook naar hóe en in welk ritme. Daarom herdenken we de academische kalender, met structurele ademruimte in de zomer en een hertekening van de evaluatieperiodes die piekbelasting helpt voorkomen.
We willen een evaluatiecultuur waarin formatieve feedback en diversiteit in toetsvormen de standaard zijn, met aandacht voor motivatie, leerdoelen en haalbaarheid. Digitale innovatie krijgt daarbij een ondersteunende rol: we benutten AI-gestuurde leerplatformen en blended learning waar ze écht iets toevoegen aan flexibiliteit, inclusie of betrokkenheid, niet omdat ze trendy zijn.
Tot slot zorgen we voor warme, toegankelijke ondersteuning voor studenten met specifieke noden, of het nu gaat om studietrajectbegeleiding, mentaal welzijn, neurodivergentie of een tijdelijke crisis. Onderwijsgelijkheid is geen abstract streven, maar een gedeelde opdracht.
Maar voor we dieper ingaan op deze actiepunten, benadrukken we belangrijke randvoorwaarden die we willen realiseren om te kunnen bouwen aan een universiteit waarin studenten, ondersteunend personeel én lesgevers de ruimte krijgen om te groeien: het onderwijsbeleid wordt participatief voorbereid, lesgevers worden ondersteund bij de ontwikkeling van de lesopdrachten en de ondersteuning is gebaseerd op een samenwerkingsmodel.
Dankzij deze realisaties hopen we vier actiepunten succesvol te kunnen realiseren: de academische kalender gezamenlijk en in overleg hervormen, kritisch reflecteren over de gebruikte evaluatievormen en digitale hulpmiddelen intensiever inzetten en studenten met specifieke noden nog beter ondersteunen.
Beleidsontwikkeling, ondersteuning en samenwerking in onderwijs
Beleidsontwikkeling in overleg
Beleidsbeslissingen op het vlak van onderwijs moeten gedragen worden door alle geledingen van de universiteit. Daarom willen we een evenwichtige samenstelling van alle werkgroepen die nieuw beleid voorbereiden met vertegenwoordiging van facultaire medewerkers, lesgevers, assistenten én studenten. Het is wel cruciaal om het aantal werkgroepen tot het strikt noodzakelijke te beperken en telkens te bewaken dat werkgroepen een duidelijk doel hebben, lean & mean functioneren en geen praatbarakken worden. Een gedragen participatie is essentieel voor de legitimiteit en effectiviteit van onderwijsbeleid. Gedeeld bestuur verhoogt de kwaliteit van besluitvorming doordat diverse perspectieven worden ingebracht in alle fasen van beleidsvorming. Tussentijdse intervisiemomenten met alle faculteiten maken het mogelijk om vroegtijdig feedback te verzamelen voordat maatregelen definitief vastliggen. Iteratieve participatie en gedeelde besluitvorming versterken zowel het draagvlak als de uitvoerbaarheid van beslissingen. Wanneer collega’s en studenten zich gehoord voelen, neemt hun betrokkenheid bij beleidsimplementatie toe, wat essentieel is voor succesvolle onderwijsvernieuwing. Participatie verhoogt bovendien het gevoel van eigenaarschap, wat de acceptatie van hervormingen vergemakkelijkt.
Zuurstof dankzij samenwerking
Om administratieve druk te verlagen en ondersteuning beter af te stemmen op de noden van opleidingen, willen we de samenwerking tussen universiteitsbrede en facultaire onderwijsdiensten versterken. Gecoördineerde samenwerking tussen universiteitsbrede ondersteuningsdiensten en lokale teams leidt tot hogere efficiëntie, minder redundantie en betere ondersteuning van onderwijsinnovaties. Onderwijsinnovatie vereist vaak interdisciplinaire samenwerking, technische expertise én kennis van de lokale context. Dit gebeurt via geïntegreerde thematische teams, gezamenlijke adviesmomenten en gedeelde ondersteuningstrajecten. Dit komt rechtstreeks ten goede aan docenten die zo coherent en afgestemd advies krijgen over digitale instrumenten, onderwijsontwerp en kwaliteitszorg. Door versnippering en redundantie te vermijden, verhogen we de efficiëntie en de tevredenheid bij lesgevers. Ook administratieve processen zoals lesroosterplanning, evaluatiebeheer en curriculumontwikkeling worden transparanter.
Onderwijsontwikkeling met de nodige ondersteuning
We willen de rol van KU Leuven Learning Lab en facultaire ondersteuners versterken in het begeleiden van onderwijsvernieuwing. Minder generieke goede praktijken, meer begeleiding bij concrete vragen, dat is het uitgangspunt.
Iedere docent zal om de twee jaar het aanbod krijgen om met hulp van een onderwijsondersteuner, vanuit de Dienst Onderwijs in samenwerking met de facultaire ondersteuningsdiensten, aspecten van de eigen onderwijsopdracht te hertekenen. De docent kan in overleg met opleidingsverantwoordelijken bepalen waar de focus ligt. Dit aanbod is niet dwingend: docenten die hier geen behoefte aan hebben, kunnen het probleemloos negeren.
Daarnaast voeren we opnieuw calls voor onderwijsinnovatieprojecten in. Om werklast te vermijden, zullen we werken met een lichtvoetige evaluatie in twee stappen, met een laagdrempelige pitchronde, gevolgd door een verdere uitwerking voor geselecteerde ideeën. Het belang van toegankelijke, kleinschalige interventies en structurele ondersteuning blijkt uit meerdere studies die aantonen dat succesvolle innovatie niet alleen voortkomt uit technologie, maar vooral uit menselijk kapitaal en institutionele steun (Krijgsman et al. 2022). Bottom-up innovatie wordt immers bevorderd door ruimte voor experiment en eigenaarschap bij docenten. We voorzien opnieuw middelen (bv. een projectmedewerker gedurende 18 maanden, jobstudenten, etc.) voor bottom-up projecten i.p.v. de huidge universiteitsbrede projecten, zodat ideeën snel gerealiseerd kunnen worden en impact hebben. Belangrijk is dat elk project vanaf het begin nadenkt over hoe de vernieuwing ook na afloop blijft bestaan, bijvoorbeeld door ze in te bedden in een opleidingsonderdeel of door structureel tijd vrij te maken in het team.
Hervorming van de academische kalender
Onderwijs- en examenvrije zomerperiode
We willen structureel een onderwijs- en examenvrije zomerperiode van minstens zes weken verankeren in de academische kalender. Examen- en lesvrije periodes dragen bij aan een betere verdeling van de werkbelasting en de mentale gezondheid van studenten. Studenten kunnen in deze periode hun volgende studiefases en -keuzes overdenken, zich eventueel heroriënteren, studieachterstand wegwerken, stages volgen, internationale ervaring opdoen, of gewoon even afstand nemen van de academische druk en zich bijvoorbeeld sociaal engageren. Dergelijke pauzes verhogen de motivatie van studenten en bieden structureel ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. Voor onderwijsadministraties maakt een duidelijke scheiding tussen academiejaren het mogelijk om administratieve taken beter te plannen en piekmomenten te vermijden. Tegelijk biedt deze periode docenten de kans om lesvoorbereidingen grondig aan te pakken, vakantie te nemen, zich bij te scholen of aan hun onderzoeksactiviteiten te werken. De concrete herorganisatie zal gepaard gaan met aanpassingen en optimalisaties van evaluatieprocessen, examenmomenten, deadlines van studentenprojecten en deliberaties. Door deze hervorming creëren we zuurstof op alle niveaus van de universiteit. De zomerpauze is zodoende niet louter een rustmoment, maar ze creëert ook tijd om kritisch te reflecteren over de onderwijspraktijk en deze structureel te verbeteren.
Vervroegen van herexamens en herschikking semesters
We streven ernaar om de herkansingen dichter bij de eerste examenkans te organiseren, zowel voor het eerste als het tweede semester. Op die manier vermijden we dat studenten maanden moeten wachten om hun resultaat te kunnen verbeteren. Bovendien zal een kortere periode tussen opeenvolgende examens de continuïteit van het leren bevorderen en prestatieverlies door langdurige onderbrekingen voorkomen. Deze aanpak versterkt het gedragen concept dat de herkansing echt een herkansing is, en geen nieuwe kans, zoals ook geëxpliciteerd door de Onderwijsraad. Het is duidelijk dat herkansingen het studierendement kunnen verbeteren, op voorwaarde dat ze goed worden gepland en er adequate ondersteuning is. Bovendien dient er voldoende voorbereidingstijd te zijn tussen eerste en tweede kans en moet overlap van de herkansing met andere leeractiviteiten vermeden worden. Een evenwichtige examenplanning voorkomt vermoeidheid bij studenten, die tot significante daling van prestaties kan leiden.
Gecoördineerde deadlines binnen de academische kalender
Op dit moment ontstaan er regelmatig piekmomenten tijdens het semester wanneer opdrachten van verschillende opleidingsonderdelen samenvallen. Dit leidt tot overbelasting van studenten én lesgevers, met negatieve effecten op leerkwaliteit, motivatie en feedbackkwaliteit. Ongecoördineerde planningen en overlappende deadlines zijn een belangrijke oorzaak van verhoogde stress, verminderde prestaties en lagere tevredenheid bij studenten. Daarom willen we universiteitsbreed inzetten op harmonisering van deadlines, zodat opleidingsonderdelen hun opdrachten spreiden in afstemming met de globale academische kalender. Facultaire onderwijscommissies zullen hierbij ondersteund worden met richtlijnen en digitale tools om de spreiding van opdrachten te visualiseren. Dit geldt zowel voor bachelor- als masteropleidingen, voor vervolgopleidingen met complexe programma’s vormt dit een uitdaging. We zorgen voor centrale monitoring, en moedigen opleidingen aan om gezamenlijke planningsmomenten te organiseren bij het opstellen van hun jaarplanning.
Door deze hervormingen willen we een evenwichtiger en meer ondersteunend onderwijsritme doorheen het academiejaar bekomen. De concrete hertekening van de academische kalender dient participatief uitgewerkt te worden door beleid, faculteiten, administratieve diensten en studenten, waarbij disciplinespecifieke aspecten ook in rekening gebracht kunnen worden.
Evalueren om het leren te ondersteunen
Leerbevorderende feedback
Hoewel permanente evaluatie de spreiding van leerinspanning kan verbeteren, leidt het huidige gebruik in heel wat opleidingen tot een constante toetsdruk bij studenten. Vooral wanneer permanente evaluatie summatief ingezet wordt (d.w.z. meetelt voor de eindscore), komt het studiesucces onder druk te staan. We willen daarom richtlijnen en ondersteuning ontwikkelen om evenwichtige evaluatiestrategieën te stimuleren waarbij er meer nadruk komt te liggen op leerbevorderende feedback die formatief ingezet wordt (d.w.z. niet meetelt voor de eindscore).
Formatieve feedbackmomenten helpen studenten om hun vooruitgang te volgen en geven hen de kans om fouten te herkennen en bij te sturen. Digitale instrumenten, zoals interactieve leermiddelen en AI-gestuurde systemen, maken het mogelijk om onmiddellijke en gepersonaliseerde feedback te geven, ook voor grote groepen. Daarom stimuleren we het gebruik van digitale feedback op oefeningen, evenals het gebruik van feedbackrubrieken in groeps- en individuele opdrachten. Daarbij besteden we aandacht aan feedbackgeletterdheid: studenten moeten leren hoe ze feedback kunnen interpreteren, erop kunnen reflecteren en die actief kunnen inzetten voor hun leerproces. Feedback zien we dan ook als een proces, niet als een eindproduct. Door formatieve momenten structureel in te bouwen, voorkomen we dat studenten louter ‘voor punten’ werken en versterken we hun zelfregulatie (Carles & Boud 2018; Coppens et al. 2024).
Concreet betekent dit dat we opleidingen aanmoedigen om summatieve toetsen tijdens het semester selectief in te zetten, en vaker gebruik te maken van formatieve evaluatie, waarbij feedback (ook kwantitatieve feedback bij proefexamens) centraal staat en de student de ruimte krijgt om fouten te maken en bij te leren. Lesgevers krijgen hierbij ondersteuning van onderwijskundige experts, zowel van de Dienst Onderwijs als van facultaire ondersteuners, waarin voorbeelden van haalbare, motiverende en doelgerichte evaluatie gedeeld worden. Zo ontstaat er meer ruimte voor diepgaand leren en betekenisvolle interactie tussen student en docent. We beogen een evaluatiecultuur waarin leerdoelen leidend zijn, en waarin evaluatievormen afgestemd zijn op de complexiteit van de leerstof en de fase van de opleiding. Het eindresultaat is een effectiever en minder stresserend leertraject.
Variatie in evaluatievormen
Afgestemd op de leerdoelen en het profiel van de studenten, willen we inzetten op meer diversiteit in evaluatievormen, zoals portfolio’s, peer-assessments, casestudies, en geïntegreerde opdrachten die een combinatie van leeruitkomsten en competenties meten. Studenten verschillen in hoe ze denken en leren. Ook meer toekomstgerichte evaluatievormen, zoals digitale presentaties, interactieve simulaties of praktijkgerichte scenario’s, krijgen een meer prominente plaats. Deze vormen ondersteunen diepgaand leren en realistische toepassing van kennis in levensechte contexten. Zo krijgen studenten de kans om vaardigheden, kennis én attitudes te tonen in uiteenlopende contexten – individueel of in groep. Hierbij zullen ook innovatieve evaluatievormen gebaseerd op nieuwe technologieën (AI-geassisteerd, XR…) meer en meer ingang vinden.
Digitale innovatie in onderwijs
AI in het leerproces integreren
De opkomst van generatieve AI en andere intelligente systemen biedt enorme mogelijkheden voor gepersonaliseerd leren. We zullen AI inzetten om studenten meer individuele ondersteuning te bieden, bijvoorbeeld via digitale tutoren, adaptieve leerplatformen en automatische voortgangsanalyses. Deze aanpak volgt internationale trends waarin AI wordt ingezet om leerpaden te personaliseren en de efficiëntie van onderwijs te verhogen. Studenten kunnen op eigen tempo studeren, met gerichte suggesties voor remediëring of verdieping. AI-systemen, zoals adaptieve leertechnologieën, blijken effectief in het herkennen van leernoden en het aanbieden van gerichte ondersteuning. Voor docenten betekent dit een ondersteuning in het detecteren van leernoden en het opvolgen van grote groepen studenten. De structurele inbedding en toepassing van learning analytics met behulp van AI maakt het mogelijk om leerpatronen te analyseren en op maat in te grijpen. We voorzien begeleiding in de selectie en inzet van betrouwbare en transparante AI-tools, en bewaken de pedagogische en ethische grenzen. AI wordt hierbij geen vervanging van menselijke interactie, maar een versterkend hulpmiddel in het leerproces, met het oog op duurzame onderwijstransformatie.
On-campusonderwijs en oordeelkundig inzetten van hybride leerstrategieën
Alhoewel tijdens de Covid-pandemie is aangetoond dat ook zuiver online onderwijs tot goede resultaten kan leiden, verkiezen heel wat docenten en studenten nog steeds onderwijs op de campus. Het echte contact tussen docent en student is ook bevorderlijk voor het bereiken van leerresultaten. Bovendien staat het belang van sociale interactie tussen studenten tijdens lesmomenten buiten kijf. Daarom willen we blijven inzetten op de organisatie van fysieke contactmomenten.
Anderzijds wordt onderwijs flexibeler en toegankelijker wanneer fysieke colleges worden aangevuld met digitale componenten. Blended learning – de combinatie van online en campusonderwijs – biedt studenten de mogelijkheid om in hun eigen tempo te leren, terwijl het tegelijkertijd ruimte schept voor interactieve en diepgaande leermomenten op de campus. Daarom willen we het oordeelkundig gebruik van blended learning en hybride werkvormen structureel verankeren in het onderwijsaanbod. Denk aan interactieve e-modules, opgenomen hoorcolleges, real-time samenwerkingsruimtes en online practica. Deze aanpak verhoogt de toegankelijkheid van het onderwijs, vooral voor studenten met zorgtaken, internationale mobiliteit of deeltijdse jobs. Hiertoe worden docenten ondersteund in het herontwerpen van hun onderwijs met digitale middelen, met oog voor haalbaarheid en didactische meerwaarde. Zo bouwen we aan een leercultuur die plaats- en tijdsonafhankelijk leren mogelijk maakt, zonder de onderwijstaak voor docententeams te verzwaren – en die bijdraagt aan kwaliteitsvol en inclusief onderwijs in het digitale tijdperk.
Ondersteuning voor studenten met specifieke noden
Inclusieve leeromgeving voor een diverse studentenpopulatie
Studenten kunnen specifieke noden ondervinden als gevolg van de levensfase waarin ze zich bevinden, bijvoorbeeld de overgang secundair onderwijs - hoger onderwijs, of als gevolg van persoonlijke noden, bijvoorbeeld internationale studenten, neurodivergente studenten, of studenten met diverse achtergronden. Onze samenleving is meer en meer divers, in zowel etnisch-culturele groepen (+/-30% migratie-achtergrond; Statbel, 2022), economische posities (+/-18% leeft in (kans)armoede), genderidentificaties en seksuele oriëntaties (+/-10% LGBTQIA+), levensbeschouwingen (+/-6% Moslim), politieke overtuigingen (+/-20% extreem rechts), etc. Een warme, inclusieve universiteit moet erover waken de leeromgeving voor al deze studenten zo toegankelijk mogelijk te maken.
We optimaliseren het aanbod aan ondersteuningsmaatregelen met als doel de studenten optimaal te ondersteunen met een minimale administratieve en logistieke bijkomende kost. Digitale hulpmiddelen kunnen hierbij heel waardevol zijn, zoals bijvoorbeeld een studentvolgsysteem of instrumenten voor examenfaciliteiten en -spreiding. We zullen opteren voor een tweesporenbeleid: inclusief waar mogelijk (via principes van universal design - want meer diversiteitssensitief is beter voor iedereen), doelgroepspecifiek waar nodig. Meer inclusief onderwijs kan onder meer gerealiseerd worden in colleges door voorspelbaarheid in structuur, het inbouwen van pauzes, aandacht voor de sensorische omgeving, of activerende didactiek. Ook heldere structuur op Toledo met op voorhand beschikbaar lesmateriaal en duidelijke rollen bij groepswerk verhogen inclusiviteit. Meer inclusieve examens gebruiken vaste templates, hebben een inclusieve examenduur en voorzien in een apart voorbereidingslokaal bij mondelingen examens.
Binnen deze visie spelen ook de KU Leuven-bibliotheken een sleutelrol. Ze zijn veel meer dan studieruimtes: ze zijn inclusieve leer- én leefomgevingen. Studenten vinden er toegang tot studiemateriaal en digitale bronnen, maar ook tot stille zones, groepswerkplekken, leeshoeken en welzijnsgerichte ruimtes. Bibliotheken bieden daarmee ondersteuning op maat van diverse studiestijlen en dragen actief bij aan zowel studiesucces als psychologisch welzijn.
Doelgerichte ondersteuning en samenwerking
Naast brede inclusie zetten we ook in op specifieke ondersteuning waar dat nodig is. Een integrale en gecoördineerde aanpak, waarin faculteiten, Stuvo, MarCom, het International Office en het centrale beleid samenwerken, versterkt zowel het studiesucces als het mentaal welzijn van studenten met specifieke noden.
Samenwerking tussen de faculteiten kan een grote meerwaarde betekenen, bijvoorbeeld in de context van het ontwikkelen van specifiek studiemateriaal voor oriënterende studenten die willen remediëren. Een integrale, gecoördineerde aanpak bevordert het studiesucces én het psychologisch welbevinden van studenten met specifieke noden. Zo garanderen we gelijke kansen én versterken we het welbevinden en studiesucces.